Het verhaal van Marco Polo
(8) Dienstreizen naar het zuiden: Yunnan en Pagan
Deze reis voert dwars door China: van het noordoosten waar
Kublai zijn paleizen heeft, tot in het verre zuiden de oerwouden
van Birma en Bengalen waar olifanten en tijgers leefden en
vijandige koningen regeren.
Vlak buiten Peking
(Khanbaliq) steekt het gezelschap de Hun-ho rivier over. Ze
gaan over een marmeren brug die 8 meter breed is en meer dan
250 meter lang. De brug is versierd met zuilen en beelden
van leeuwen. Het eerste deel van de reis gaat door een gebied
met veel boerderijen, overal zie je mensen op het land aan
het werk.
De eerste grote stad onderweg is Taianfu (Taiyuan - nu hoofdstad
van Shanxi). Hier wordt wijn gemaakt en ook houden veel handwerkslui
zich bezig met het maken van paardetuig voor het leger. Verder
zuidelijk komt hij bij de Gele Rivier, de Huang-He, Marco
noemt het de Carmoran - de zwarte stroom. Daarna kwam hij
in de oude keizersstad Quengiafu (nu Xian). Hier waren veel
boomgaarden met moerbeibomen. Blaadjes van de moerbei worden
gebruikt als voedsel voor zijderupsen. In dit gebied werd
dan ook erg veel zijde geweven.
Ze gingen verder naar het zuiden via de provincie Sindufu
(Sichuan) naar Chengdu. Het landschap wordt steeds ruiger
en bergachtiger en het reizen dus moeilijker. Ten zuidwesten
van Chengdu komen ze in een gebied dat grenst aan Tibet en
waar (ook nu nog) veel Tibetanen wonen. Möngke
Khan, de voorganger van Kublai was er met zijn leger doorheen
gtrokken en had de meeste dorpen en steden verwoest. Ze rijden
20 dagen lang door een naargeestig, leeg gebied. Het was er
ook gevaarlijk omdat er zoveel wilde dieren waren. 's Nacht
hielden de reizigers die op afstand door bamboestengels in
het vuur te gooien, zodat harde knallen ontstaan die de dieren
op afstand houden. Mensen en paarden kregen doeken voor hun
ogen en oren tegen de knallen. De paarden werden extra goed
vastgebonden zodat ze niet van de schrik zouden vluchten.
 Het
einddoel van de reis is Dali,
de hoofdstad van het koninkrijk Nan Zhao (nu de hoofdstad
van de provincie Yunnan). Vanuit Dali probeerde Kublai Annam
(Noord Vietnam)en Mien (Birma) steeds binnen te vallen. Kublai's
kleinzoon Esen Temür was daar sinds 1280 onderkoning.
In Dali waren veel moslims
en ook Nestorianen.
Misschien is Marco Polo achter het Mongoolse leger aan mee
naar Birma
getrokken, of misschien heeft hij er in Dali veel verhalen
over gehoord, hij geeft in ieder geval een levendige beschrijving
van de veldslag tegen Birma in 1277: In de pas van Bhamo kwam
de koning van Pagan met zijn leger van olifanten tegenover
de Mongoolse boogschutters te staan. De olifanten raakten
in paniek en het strijdtoneel was al snel een bloederige chaos.
Het Mongoolse leger won de strijd, en Marco beschrijft hoe
ze de stad Pagan binnen trekken.
|
|
naar (9) Reis over het Grote Kanaal en langs de kust van
China... |
|