Het verhaal van Marco Polo
(5)De Takla Makan en de Gobi Woestijn
Afdalend van het Pamir-plateau komen ze terecht in Kashgar.
Een eeuwenoude handelsplaats aan de zijderoute, zo diep landinwaarts
gelegen dat er door de eeuwen heen weinig verandert. De stad
maakte met zijn sierlijke tuinen, wijngaarden en rijke woningen
grote indruk op Marco Polo. Er blijkt ook een kerk te zijn
van Nestoriaanse
christenen. Marco zal in de volgende plaatsen en later ook
elders in China nog veel meer Nestorianen tegenkomen.
Marco
en zijn reisgenoten kiezen vanaf Kashgar voor de zuidelijke
tak van de zijderoute: via steden als Yarkand en Khotan trekken
ze langs de zuidrand van de Takla Makan. De Takla Makan is
de grootste woestijn die ze zullen tegenkomen, de naam Takla
Makan betekent "Wie hier in gaat komt er nooit meer uit".
De Chinese naam is Liu Sha, bewegend zand. Soms waait er de
Kara-buran, de "zwarte stormwind", een levensgevaarlijke
orkaan die met veel geweld zand en steentjes de lucht in zuigt
tot de lucht er zwart van is, en ze pas honderden meters verder
weer laat vallen. Als je als mens terecht komt in de Kara-buran
kun je maar één ding doen om je leven te redden:
zo snel mogelijk je in een deken wikkelen, gaan liggen en
wachten tot de orkaan is uitgeraasd.
Bij Qarkilik, waar de woestijn op zijn smalst is en overgaat
in een andere grote woestijn de Gobi, in het chinees Han-Hai,
zee van zand, zullen ze hem doorkruisen. Ze rusten een week
uit om op kracht te komen voor de moeilijke oversteek. De
oversteek zal minstens een maand duren, dus ze moeten voldoende
proviand meenemen, voor zichzelf en voor hun dieren. Er zijn
geen sporen of wegen maar gelukkig wel waterputten op regelmatige
afstand van elkaar. Soms moeten ze wel tot diep in de nacht
doorreizen om de volgende waterput te bereiken.
Dorst
en honger zijn trouwens niet de enige gevaren van deze angstaanjagende
woestijn. De middeleeuwse reizigers zijn ook erg bang voor
de geesten die in de woestijn wonen, met hun stemmen brengen
ze reizigers in verwarring zodat die verdwalen. De reizigers
blijven dicht bij elkaar en ze binden hun dieren belletjes
om zodat ze niert op de stemmen afgaan en worden weggelokt.
Je hoort trouwens niet alleen stemmen van geesten, Marco vertelt:
"Zelfs overdag hoor je deze spookstemmen en vaak denk je naar
een melodie van vele instrumenten te luisteren, vooral trommels,
en wapengekletter"
Ze doortrokken de Takla Makan woestijn echter zonder problemen
en bereikten Dunhuang, een heidense stad volgens Marco. Hier
komt hij voor het eerst in aanraking met boeddhisten en hij
beschrijft uitvoerig hoe de lijkverbranding in zijn werk gaat.
De Polo's trekken verder naar het westen naar Zhangye (=Kanchou?),
destijds een belangrijk kruispunt van karavaanroutes. In deze
Chinese stad blijven ze een jaar, in afwachting van de orders
van de grote Khan. Marco maakt in Zhangye nader kennis met
het boeddhisme.
Verder geeft hij een nauwkeurige beschrijving van de yak,
een dier dat hij hier veel ziet.

Na een jaar wachten komt uiteindelijk de laatste etappe van
de reis. Via Liangzhou en Ningxia en door het land van Tenduc
komen ze in het eigenlijke China, oftewel Cathay, zoals Marco
Polo het noemt. Op 40 dagreizen afstand stuurt de Khan, die
blij is met het nieuws dat de broers onderweg zijn ,gezanten
om ze te begeleiden. In mei 1275 arriveren ze dan eindelijk
na ruim drieënhalf jaar reizen in Shangdu,
de stad waar Kublai Khan gedurende de hete zomermaanden woont.
|
|
naar (6) De familie Polo aan het hof van Kublai Khan in
Shangdu.... |
|