Het verhaal van Marco Polo

(5)De Takla Makan en de Gobi Woestijn

Afdalend van het Pamir-plateau komen ze terecht in Kashgar. Een eeuwenoude handelsplaats aan de zijderoute, zo diep landinwaarts gelegen dat er door de eeuwen heen weinig verandert. De stad maakte met zijn sierlijke tuinen, wijngaarden en rijke woningen grote indruk op Marco Polo. Er blijkt ook een kerk te zijn van Nestoriaanse christenen. Marco zal in de volgende plaatsen en later ook elders in China nog veel meer Nestorianen tegenkomen.

Takla Makan 1992Marco en zijn reisgenoten kiezen vanaf Kashgar voor de zuidelijke tak van de zijderoute: via steden als Yarkand en Khotan trekken ze langs de zuidrand van de Takla Makan. De Takla Makan is de grootste woestijn die ze zullen tegenkomen, de naam Takla Makan betekent "Wie hier in gaat komt er nooit meer uit".
De Chinese naam is Liu Sha, bewegend zand. Soms waait er de Kara-buran, de "zwarte stormwind", een levensgevaarlijke orkaan die met veel geweld zand en steentjes de lucht in zuigt tot de lucht er zwart van is, en ze pas honderden meters verder weer laat vallen. Als je als mens terecht komt in de Kara-buran kun je maar één ding doen om je leven te redden: zo snel mogelijk je in een deken wikkelen, gaan liggen en wachten tot de orkaan is uitgeraasd.

Bij Qarkilik, waar de woestijn op zijn smalst is en overgaat in een andere grote woestijn de Gobi, in het chinees Han-Hai, zee van zand, zullen ze hem doorkruisen. Ze rusten een week uit om op kracht te komen voor de moeilijke oversteek. De oversteek zal minstens een maand duren, dus ze moeten voldoende proviand meenemen, voor zichzelf en voor hun dieren. Er zijn geen sporen of wegen maar gelukkig wel waterputten op regelmatige afstand van elkaar. Soms moeten ze wel tot diep in de nacht doorreizen om de volgende waterput te bereiken.

zandduinen bij DunhuangDorst en honger zijn trouwens niet de enige gevaren van deze angstaanjagende woestijn. De middeleeuwse reizigers zijn ook erg bang voor de geesten die in de woestijn wonen, met hun stemmen brengen ze reizigers in verwarring zodat die verdwalen. De reizigers blijven dicht bij elkaar en ze binden hun dieren belletjes om zodat ze niert op de stemmen afgaan en worden weggelokt. Je hoort trouwens niet alleen stemmen van geesten, Marco vertelt: "Zelfs overdag hoor je deze spookstemmen en vaak denk je naar een melodie van vele instrumenten te luisteren, vooral trommels, en wapengekletter"

Ze doortrokken de Takla Makan woestijn echter zonder problemen en bereikten Dunhuang, een heidense stad volgens Marco. Hier komt hij voor het eerst in aanraking met boeddhisten en hij beschrijft uitvoerig hoe de lijkverbranding in zijn werk gaat. De Polo's trekken verder naar het westen naar Zhangye (=Kanchou?), destijds een belangrijk kruispunt van karavaanroutes. In deze Chinese stad blijven ze een jaar, in afwachting van de orders van de grote Khan. Marco maakt in Zhangye nader kennis met het boeddhisme. Verder geeft hij een nauwkeurige beschrijving van de yak, een dier dat hij hier veel ziet.

yak

Na een jaar wachten komt uiteindelijk de laatste etappe van de reis. Via Liangzhou en Ningxia en door het land van Tenduc komen ze in het eigenlijke China, oftewel Cathay, zoals Marco Polo het noemt. Op 40 dagreizen afstand stuurt de Khan, die blij is met het nieuws dat de broers onderweg zijn ,gezanten om ze te begeleiden. In mei 1275 arriveren ze dan eindelijk na ruim drieënhalf jaar reizen in Shangdu, de stad waar Kublai Khan gedurende de hete zomermaanden woont.

 

SLUIT
VERHAAL

VERDER
naar (6) De familie Polo aan het hof van Kublai Khan in Shangdu....