Het verhaal van Marco Polo

(2)Het begin van de reis - de familie Polo vertrekt uit Venetië en bezoekt het Heilig Graf

Niccolo en Matteo Polo komen veilig aan in Venetië. Maar ze hebben dus beloofd terug te komen. De lange zware reis moeten ze nog een keer maken. Ze besluiten dat de 15-jarige Marco mee zal gaan. Voor ze kunnen vertrekken is er echter nog één probleem: De paus, Clemens IV, is kort voor de terugkeer van Niccolo en Matteo gestorven. Ze besluiten te wachten tot er een nieuwe paus is gekozen, maar het wachten duurt wel erg lang. Na twee jaar wachten vertrekken ze dan toch maar. Ze zullen eerst naar Akko gaan, een kruisvaardersstad aan de kust van Palestina. In Akko verblijft namelijk Tebaldo da Piacenza, de pauselijke legaat, die zolang er nog geen Paus is gekozen als vervanger optreedt.

Marco Polo vertrekt met zijn vader Niccolo en zijn oom Matteo uiteindelijk in 1271 uit Venetië. Het eerste stukje van de reis is met de boot: van Venetië naar Akko. De pauselijke legaat geeft ze een brief met uitleg over de situatie mee voor Kublai Khan. Vandaar gaan ze naar het nabij gelegen Jeruzalem om er wat heilige olie te halen van de lamp die brandt boven het Heilig Graf van Christus.

Nu gaan ze dan echt op weg, maar ze zijn nog maar net in de eerste halteplaats, Laias aan de Golf van Iskenderun, een havenstad in Turkije, of ze krijgen het bericht dat Tebaldo, de pauselijke legaat in Akko, zojuist zelf is gekozen tot paus, hij heet nu Paus Gregorius de Tiende. De koning van Armenië stelt ze een galei ter beschikking zodat ze snel terug kunnen naar Akko. Terug in Akko krijgen ze een nieuwe brief van de paus mee voor de Khan en, in plaats van 100 priesters waar de Khan om vroeg, twee monniken. De familie Polo en de monniken krijgen de zegen van de paus en ze gaan op weg.